Een overijverige brandweervrouw gelastte onze fotograaf, die op circa 15 meter van het gebouw zijn werk deed, naar een plaats op ca 50 meter afstand van het -allang niet meer brandende- gebouw te gaan.
Voor de goede orde: er was ter plaatse geen lint gespannen, noch op enigerlei andere wijze sprake van een afgescheiden gebied.
Hij wees haar op zijn (duidelijk zichtbare) politieperskaart, die juist voor dit soort situaties in het leven is geroepen en professionele persmedewerkers onderscheidt van publiek en hobbyfotografen.
Hij antwoordde haar bovendien, dat er kennelijk noch direct gevaar te duchten viel, noch dat hij de hulpverleners hinderde;
twee voorwaarden, waaraan wij altijd voldoen.
Diverse ter plaatse aanwezige brandweerlieden droegen al enige tijd geen ademlucht en helm meer: een overduidelijke indicatie.
Op zijn vraag waarom de opdracht dan toch nog geuit werd, kwam het argument "U draagt geen beschermende kleding" in haar op.
"Het was in opdracht van de politie", zo wist de brandweerdame te vertellen.
Kennelijk was de situatie alleen gevaarlijk voor professionele persfotografen; niet voor de toeschouwers en betrokkenen -waaronder diverse kinderen (zie onderstaande foto's)....die nota bene pal vóór en zelfs IN het gebouw aanwezig waren...
Omdat steeds weer blijkt, dat er bij hulpverleningsinstanties mensen in dienst zijn, die niet weten, wat een politieperskaart inhoudt, plaatsen we nogmaals de ins en outs van dit voor professionele persmedewerkers gereserveerde identiteitsbewijs. (zie onderaan)
|